Een bestemmingsplanwijziging in mijn omgeving, wat nu?

22 mrt. 2023

"Wat kan ik doen tegen een bestemmingsplanwijziging?"

Recentelijk is aangekondigd dat de langverwachte omgevingswet op 1 januari 2024 (ja, nu echt!) in werking zal treden. Vanaf dan veranderen een aantal dingen, ook ten aanzien van omgevingsvergunningen en planwijzigingen. Tot die tijd moeten wij het doen met de huidige regels. Hoewel vanaf 1 januari 2024 nieuwe regels gelden, betekent dat niet dat de oude regelgeving daarmee van de baan is. Ook na 1 januari 2024 kan het huidige omgevingsrecht van toepassing zijn. Bijvoorbeeld als een ontwerpbestemmingsplan voor deze tijd ter inzage is gelegd, dan blijft het oude recht van toepassing op dat plan. Daarom blijft kennis van het huidige recht ook dan relevant. In deze blog vertel ik meer over het huidige stelsel en ga ik vanuit dit perspectief in op de vraag: 'Wat kan ik doen tegen een bestemmingsplanwijziging?'

Er zijn verschillende redenen voor wijziging van een bestemmingsplan denkbaar. Een veel voorkomende aanleiding is dat een projectontwikkelaar woningen wil bouwen op een locatie waar dat volgens het huidige bestemmingsplan niet of niet in dezelfde omvang mag. Een dergelijke bestemmingsplanwijziging is interessant, omdat een perceel op deze wijze veel meer waard kan worden. Omwonenden zijn daar echter niet altijd blij mee. Veel gehoorde bezwaren tegen deze plannen zijn onder andere: minder privacy, meer verkeer, verderving van het uitzicht en minder groen. Kortom, een vermindering van het woongenot. Soms hebben de benadeelde omwonenden dan recht op een planschadevergoeding. Echter is het voorkomen van de plannen wenselijker dan een financiële pleister op de wond.


De procedure van een bestemmingsplanwijziging

Voor het antwoord op de vraag wat je kunt doen tegen een bestemmingsplanwijziging is het zaak zicht te hebben op het proces van die wijziging.

Grofweg laat een bestemmingsplanwijziging zich opdelen in 4 verschillende fases:

- de voorbereiding
- het ontwerp
- de vaststelling
- beroepsprocedure

Deze fases licht ik in het navolgende toe. Daarbij besteed ik extra aandacht aan de momenten waarop je tegen deze plannen kunt opkomen.


De voorbereidingsfase

De voorbereidingsfase is, enkele uitzonderingen daargelaten, geen formele fase. Hier kan een gemeente ervoor kiezen om een inlichtingsavond te organiseren of op andere wijze vooraf met burgers te sparren over het idee. Dit kan bijvoorbeeld ook met zogenoemde ‘keukentafelgesprekken’ bij kleinere plannen. Op deze wijze peilt een gemeente vooraf wat het eventuele draagvlak voor een bepaalde ontwikkeling is. Dit gebeurt meestal op basis van een voorontwerp van het nieuwe bestemmingsplan. Een gemeente biedt ook wel eens inspraakmogelijkheden op dit voorontwerp. Dit is echter nog geen officieel onderdeel van de procedure. Het voorontwerp dient er met name toe om burgers in te lichten over het plan en dient voor de gemeente (en de initiatiefnemer) om informatie in te winnen.


Het ontwerpplan

Het college van burgemeester en wethouders stelt, na overleg met allerlei betrokken partijen, een ontwerpplan op. In dit ontwerpplan legt het college de bestemmingen en regels vast en stelt een toelichting op. Het ontwerpplan wordt gepubliceerd in het (digitale) gemeenteblad en in de Staatscourant. In deze kennisgeving staat vermeld vanaf wanneer het ontwerp ter inzage ligt, voor hoe lang, wie binnen deze termijn een zienswijze kunnen indienen en waar zij dat kunnen doen.

Het indienen van een zienswijze is het eerste moment waarop jij formeel iets kunt ondernemen. Vanaf het moment dat het ontwerpbestemmingsplan ter inzage is gelegd kan eenieder binnen 6 weken een zienswijze indienen. Het indienen van een zienswijze kun je ook laten doen door bijvoorbeeld een jurist. In deze zienswijze geef je aan hoe je over het plan denkt, waar je niet mee eens bent en wat je graag anders zou willen zien. Je kunt hierin zowel juridische als niet-juridische argumenten inbrengen. Het is belangrijk dat je van deze gelegenheid gebruik maakt. Je deelt hiermee namelijk op tijd mogelijk belangrijke inzichten waar niet alleen de gemeente gebruik van kan maken, maar ook de andere omwonenden. Je bereikt daarmee dat in een vroeger stadium al meer weerstand in de omgeving wordt opgeroepen.


De vaststelling

Bij de derde stap, de vaststelling, geeft het college een reactie op de ingediende zienswijzen. Naar aanleiding van een zienswijze kan worden besloten dat het bestemmingsplan gewijzigd wordt vastgesteld. Indien een zienswijze niet leidt tot een wijziging moet in de motivatie bij het vaststellingsbesluit worden aangegeven waarom niet. Het is daarom altijd zinvol om een zienswijze in te dienen. Hierdoor krijg jij vooraf al meer inzicht in de standpunten van de gemeente. Voorheen was het indienen van een zienswijze zelfs een vereiste om in een later stadium in beroep te kunnen gaan, daar is nu wat meer ruimte in gekomen. De gemeenteraad dient binnen 12 weken na de termijn van de terinzagelegging te beslissen over de vaststelling van het bestemmingsplan, ook wel het vaststellingsbesluit genoemd. Dit besluit wordt ook gepubliceerd in de Staatscourant en het gemeenteblad. Het vaststellingsbesluit en alle bijbehorende stukken worden vervolgens voor de duur van de beroepstermijn ter inzage gelegd. Daarbij wordt aangegeven binnen welke termijn beroep kan worden ingesteld en waar dat gedaan kan worden.


Beroepsprocedure

Dan vangt de laatste, en voor omwonenden vaak de belangrijkste, fase aan; de beroepsprocedure. Dit is het laatste en vaak het belangrijkste moment waarop jij tegen de plannen kunt opkomen. Door recente rechtspraak is niet altijd meer vereist dat je een belanghebbende bent om een beroepsschrift te kunnen indienen, wel kan dan worden verwacht dat de niet-belanghebbende een zienswijze heeft ingediend. Het beroepschrift moet binnen 6 weken vanaf de dag na de terinzagelegging bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State (ook wel: de Raad van State) worden ingediend. Het is belangrijk dat je het beroepsschrift tijdig indient. In jouw beroepsschrift geef je nogmaals uitgebreid aan waarom je het met het (eventueel gewijzigde) vastgestelde bestemmingsplan niet eens bent.

Let op! Indien de beroepsstermijn is verstreken en je hebt naast het indienen van het beroepsschrift binnen de beroepstermijn geen voorlopige voorziening ingesteld dan treedt het besluit, en dus ook het nieuwe bestemmingsplan, in werking. Dit betekent dat er vanaf dat moment op grond van het nieuwe bestemmingsplan ook omgevingsvergunning kunnen worden verleend voor de bouw van gebouwen. Indien je dit wenst te voorkomen dien je dus ook tijdig een verzoek om voorlopige voorziening in te dienen bij de Raad van State.

De gemeenteraad dient vervolgens naast alle belangrijke stukken een verweerschrift in waarin zij ingaat op de ingediende beroepsschriften. Vervolgens wordt een fysieke zitting gehouden waarin de rechters vragen kunnen stellen en de beroeps- en verweerschriften door de aanwezige partijen kunnen worden toegelicht. Vervolgens doet de Raad van State in beginsel binnen 6 weken uitspraak. De Raad van State kan op basis van het beroepsschrift onder andere besluiten dat het plan niet, of niet in deze vorm kan worden vastgesteld. Afhankelijk van de uitspraak zal het plan hierna al dan niet onherroepelijk worden vastgesteld.

Al met al komt er dus heel wat kijken bij een bestemmingsplanwijziging. Speelt dit in jouw omgeving en zou je hier graag juridische hulp bij willen hebben? Of heb je dit traject al doorlopen en wil je hulp bij het aanvragen van een planschadevergoeding? Aarzel dan niet om contact met ons op te nemen.


Auteur: Koen van de Kerkhof

Blijf op de hoogte

Meld je aan voor onze nieuwsbrief en krijg de scherpste juridische tips binnen.

Blijf op de hoogte

Meld je aan voor onze nieuwsbrief en krijg de scherpste juridische tips binnen.

Blijf op de hoogte

Meld je aan voor onze nieuwsbrief en krijg de scherpste juridische tips binnen.