Studiekostenbeding onder de loep: verplichte scholing en terugbetaling

6 aug 2025

a calculator sitting on top of a piece of paper

Stelt u zich voor: een werknemer volgt op kosten van de werkgever een opleiding, strijkt onder werktijd netjes het loon op en besluit vervolgens dat het gras bij de concurrent toch écht groener is. Om te voorkomen dat een dergelijke investering verloren gaat, hanteren veel werkgevers een studiekostenbeding. Zo’n beding regelt de spelregels: u betaalt de studie, maar de werknemer moet (een deel van) die kosten terugbetalen als hij binnen afzienbare tijd vertrekt.

Een studiekostenbeding klinkt als een logische regeling, maar moet juridisch correct zijn opgesteld om rechtsgeldig te zijn. In de praktijk blijkt dat hier regelmatig fouten in worden gemaakt. Dus: hoe zorg je ervoor dat jouw studiekostenbeding wettelijk waterdicht is?


Eisen studiekostenbeding

Tot augustus 2022 was er in de wet géén specifieke regeling voor studiekosten. De rechtspraak heeft echter wel duidelijkheid geboden door aanvullende voorwaarden te stellen voor het studiekostenbeding. In het Muller/Van Opzeeland-arrest heeft de Hoge Raad drie voorwaarden geformuleerd waaraan een studiekostenbeding moet voldoen om rechtsgeldig te zijn:

  1. Baatperiode
    Het studiekostenbeding moet aangeven voor welke periode de werkgever geacht wordt voordeel te hebben van de opleiding die de werknemer volgt.

  2. Terugbetalingsverplichting
    Loon dat tijdens de studieperiode is betaald, moet worden terugbetaald als de dienstbetrekking eindigt tijdens of direct na afloop van de studieperiode.

  3. Glijdende schaal De terugbetalingsverplichting neemt af naarmate de werknemer langer in dienst blijft, gedurende de periode waarin de werkgever geacht wordt voordeel te hebben van de opleiding.(1)

Daarnaast merkte de Hoge Raad het volgende op:

  • De mogelijkheid om loon terug te vorderen op basis van het studiekostenbeding is begrensd door de Wet minimumloon en minimumvakantiebijslag.

  • De "ernstige consequentie" van het studiekostenbeding, te weten de verplichting om studiekosten terug te betalen bij vroegtijdig vertrek, moet duidelijk aan de werknemer worden uitgelegd.

  • Als de werkgever de werknemer aan het studiekostenbeding houdt, terwijl de werkgever zelf het initiatief heeft genomen om de dienstbetrekking te beëindigen, kan dit worden beschouwd als handelen in strijd met de goede trouw.(2)


Wet Transparante en Voorspelbare arbeidsvoorwaarden

Per 1 augustus 2022 is de Wet implementatie EU-richtlijn transparante en voorspelbare arbeidsvoorwaarden in werking getreden. Deze richtlijn is geïmplementeerd in artikel 7:611a van het Burgerlijk Wetboek. Hierin staat dat een werkgever verplicht is werknemers scholing te laten volgen, die:

1.      Noodzakelijk is voor het uitoefenen van de huidige functie,

2.      Noodzakelijk is voor het voortzetten van het dienstverband, en

3.      Verplicht is volgens wet of collectieve arbeidsovereenkomst (CAO).

Bij verplichte/noodzakelijke scholing geldt dat alle kosten voor de rekening van de werkgever komen. De scholing moet zoveel mogelijk gebeuren onder werktijd en de scholingstijd wordt gezien als arbeidstijd.


Studiekostenbeding mag niet bij verplichte scholing

Onder deze verplichte scholing vallen bijvoorbeeld opleidingen op het gebied van veiligheid, gezondheid, milieu en arbeidsomstandigheden, zoals VCA-certificering, Wwft-trainingen en BHV-cursussen. Ook opleidingen die nodig zijn om aan verplichtingen rond goed werkgeverschap of scholingsplichten te voldoen, vallen hieronder. Denk hierbij aan cursussen voor het gebruik van specifieke bedrijfssoftware of systemen die essentieel zijn voor het uitvoeren van de functie. Daarnaast geldt dit voor opleidingen die de werknemer verplicht moet volgen in het kader van een verbeter- of verzuimtraject.


Wanneer mag een studiekostenbeding nog wél?

Indien er géén sprake is van verplichte scholing in de zin van de Wet transparante en voorspelbare arbeidsvoorwaarden, mag een werkgever nog steeds een studiekostenbeding overeenkomen met de werknemer. Maar wanneer is scholing niet verplicht, en dus een studiekostenbeding toegestaan? Dat is het geval in de volgende situaties:

  1. Scholing voor gereglementeerde beroepen

Het betreft opleidingen die werknemers moeten volgen om een gereglementeerd beroep uit te mogen oefenen, zoals arts, advocaat of leraar. Deze beroepen zijn opgenomen in de officiële lijst van gereglementeerde beroepen.(3) Staat een opleiding op deze lijst, dan mag een studiekostenbeding worden overeengekomen.

  1. Scholing die vereist is voorafgaand aan indiensttreding

Gaat het om een diploma of certificering die noodzakelijk is om überhaupt de functie te kunnen uitoefenen, dan valt dit buiten de scholingsplicht van de werkgever. Een voorbeeld hiervan is de lerarenopleiding: zonder deze opleiding is het niet toegestaan om onderwijs te geven. Ook in dit geval is een studiekostenbeding toegestaan.

  1. Niet-noodzakelijke (‘nice to have’) scholing op initiatief van de werknemer

Neemt een werknemer op eigen initiatief deel aan een opleiding of cursus, bijvoorbeeld uit persoonlijke interesse of voor algemene ontwikkeling én is deze niet strikt noodzakelijk voor het uitoefenen van de functie of het dienstverband, dan mag hiervoor een studiekostenbeding worden overeengekomen.


Advies voor werkgevers

Bij de beoordeling of sprake is van een noodzakelijke opleiding in de zin van artikel 7:611a lid 1 BW — en daarmee of een studiekostenbeding rechtsgeldig is — zijn de specifieke omstandigheden van het geval bepalend. Het is daarom van belang om per situatie zorgvuldig te beoordelen of de opleiding onder de wettelijke scholingsplicht valt.

Indien u overweegt een studiekostenbeding overeen te komen met een werknemer, adviseren wij u om voorafgaand juridisch advies in te winnen, zodat het beding voldoet aan de geldende wet- en regelgeving. Neem hiervoor gerust contact met ons op voor een beoordeling op maat.

 

[1] Hoge Raad 10 juni 1983, ECLI:NL:HR:1983:AC2816 (Muller/Van Opzeeland).

[2] Hoge Raad 10 juni 1983, ECLI:NL:HR:1983:AC2816 (Muller/Van Opzeeland).

[3]Regeling vaststelling lijst gereglementeerde beroepen’, wetten.overheid.nl.

 

Hulp nodig?

Bij Fyner maken we heldere rechtshulp beter toegankelijk voor jou. We bieden verschillende juridische diensten, altijd passend bij jouw situatie. Neem contact op met één van onze medewerkers of vul ons contactformulier in. Er wordt dan binnen 24 uur contact met je opgenomen.

 

085 – 016 38 37

intake@fyner.nl

 

Altijd op de hoogte blijven? Volg ons op Linkedin!

Blijf op de hoogte

Meld je aan voor onze nieuwsbrief en krijg de scherpste juridische tips binnen.

Blijf op de hoogte

Meld je aan voor onze nieuwsbrief en krijg de scherpste juridische tips binnen.

Blijf op de hoogte

Meld je aan voor onze nieuwsbrief en krijg de scherpste juridische tips binnen.